• Wie we zijn
  • De heilige Thomas More
  • Kalender
  • Tijdschrift: POSITIEF
  • Archief
    • Overzicht
THOMAS MORE GENOOTSCHAP
  • Wie we zijn
  • De heilige Thomas More
  • Kalender
  • Tijdschrift: POSITIEF
  • Archief
    • Overzicht

Archief Positief

Op deze pagina worden artikels aangeboden uit tijdschrift POSITIEF sinds 1969

Onze korte Conciliegeschiedenis : Bijdrage 39

3/6/2023

 
Verschenen in POSITIEF nr. 111 – APRIL 1981 

​Nog twee ingekorte Schema's 
 
De discussie over het schema van de religieuzen en dat van de seminaries, was niet rimpelloos geweest. De gedachtewisseling over de twee schema's die nu nog overbleven, over de christelijke opvoeding en over de sacramenten, zou kalmer verlopen, alhoewel er een paar tegenstellingen duidelijk naar voren traden. 
 
Christelijke Opvoeding 
 
Wanneer de centurio Cornelius, als eerste niet-besnedene, christen werd, ontving hij het doopsel samen met zijn gezin (Act., 10). Hierin kunnen wij al een eerste verwijzing zien naar het belang van de christelijke opvoeding in familieverband. Het Nieuw Testament spreekt trouwens nog op andere plaatsen van de heiliging door de familie. 
 
De mens staat inderdaad nooit in geestelijke eenzaamheid. Het wezen van zijn persoonlijkheid is niet een op zichzelf staande en afgesloten grootheid; ouders, grootouders en opvoeders horen erbij. Daarom heeft de Kerk altijd veel belang gehecht aan de christelijke opvoeding. Zij erkende voor alles het onaantastbaar recht van de ouders. In hun naam trad zij op als opvoedster van hun kinderen. 
 
De leer van de Kerk over de christelijke opvoeding werd nauwkeurig en duidelijk geformuleerd in de encycliek van paus Pius XI, «Divini illius maqistri» (1929). 
 
Het recht van de ouders om hun kinderen op te voeden wordt gegrond op de natuurwet. De ouders die het leven schenken aan hun kinderen, moeten als geestelijk persoon ook zorgen voor hun geestelijke ontwikkeling. 
 
Het recht van de Kerk tot opvoeding stoelt volgens de encycliek op haar bovennatuurlijk moederschap en op de leeropdracht die de apostelen van Christus hebben ontvangen. 
 
De staat tenslotte heeft een recht van toezicht omdat de opvoeding ook rekening dient te houden met het algemeen welzijn. 
 
De Kerk bezat dus op het gebied van opvoeding een sluitende, duidelijke doctrine. Weer kunnen wij hier de vraag stellen of het nodig was dat het concilie hieraan iets moest bijvoegen of veranderen. En weer is het antwoord hetzelfde: het concilie had zulkdanige richting genomen dat het moest handelen over alles wat maar van enig belang was. 
 
In zijn inleiding wees Mgr. J. Daem van Antwerpen op de belangstelling die de naties aan de dag leggen voor de opvoeding, en de krachtinspanningen die ze zich hiervoor getroosten. Investeringen in het onderwijs worden in 't algemeen beschouwd als de meest productieve beleggingen. De Kerk van haar kant heeft steeds een moederlijke zorg betoond voor de opvoeding van de jeugd. De bisschop vestigde er de aandacht op dat de naam van het schema veranderd was. Katholieke scholen was christelijke opvoeding geworden. Hij gaf als reden dat de meerderheid van de jeugd geen katholieke scholen bezoekt en dat de school niet het enige opvoedingsmiddel is. 
 
In de wandelgangen werd meer dan één uitleg gegeven aan deze wijziging, die niet altijd overeenkwam met de voorstelling van de verslaggever. Sommigen zagen er een discreet oecumenisch gebaar in. Anderen voelden hier, zij het nog confuus, een zekere trend die het woord katholiek zoveel mogelijk wil vervangen door christelijk, alsof men voor zijn eigen identiteit niet durft uitkomen. Hoe dan ook, was de redenering van mensen die de verandering verdedigden, de katholieke school heeft als taak een christelijke opvoeding te geven aan haar leerlingen. 
 
Vooral bisschoppen uit de U.S.A. lieten zich horen over dit schema. Zij hadden met veel offers scholen opgericht die vanwege de staat onvoldoende werden gesubsidieerd. «Onze scholen, zo betoogde Mgr. Cody van New-Orleans, zijn gebouwd met de tranen en het bloed van de katholieken». 
 
Mgr. Spellman sprak uitvoerig over de staatssubsidies waarop de katholieke scholen recht hebben. Wanneer de katholieke scholen niet door de openbare besturen gefinancierd worden, zo redeneerde hij, dan moeten de katholieken naast hun belasting die tegoed komt aan de staatsscholen, ook nog geld geven voor hun eigen scholen. Dat is onrechtvaardig, want de ouders moeten volle vrijheid genieten bij de keuze van de school voor hun kinderen. Derhalve mogen zij niet extra belast worden als zij van hun vrijheid gebruik maken. Want ook deze scholen dragen bij tot de opvoeding van de staatsburgers. Het is onaanvaardbaar dat een eigen oriëntatie voor de staat een reden zou zijn voor het weigeren van financiële hulp. 
 
Mgr. Malone, hulpbisschop van Youngstown, wilde dat het schema zich duidelijk zou uitspreken tegen een staatsmonopolie op het gebied van onderwijs. In zijn tussenkomst voelde men een zekere bezorgdheid omdat er in de U.S.A. strekkingen waren waardoor de staat de hand wou leggen op het katholiek onderwijs. 
 
Heel anders was de toon van de Engelse aartsbisschop van Liverpool, Mgr. Beck. Hij uitte de wens dat men de staat zou bedanken voor wat hij deed voor de katholieke scholen. Dat was dan weer ingegeven door de situatie in Engeland waar de katholieke scholen onderhouden worden door de staat. 
 
Zo was de toestand op het gebied van scholen overal verschillend. Dat had zijn weerslag gehad op het schema dat niet bijzonder origineel was en dat nogal eens gemeenplaatsen herhaalde. 
 
Nagenoeg alle concilievaders brachten argumenten aan voor de rechtmatigheid van de katholieke scholen. Zij spoorden hun confraters aan om scholen te stichten en ze tot bloei te brengen. Mgr. Endiquez Jiminez echter, bisschop van Caracas (Venezuela), liet een andere klank horen. Onze scholen, zo betoogde hij, zijn als een ommuurde tuin, hortus conclusus. Wij besteden er veel geld en zorg aan, maar hun vruchten voor de evangelisering van de wereld schijnen met de dag te verminderen. De Kerk moet ervoor zorgen aanwezig te zijn in de openbare scholen en daarvoor katholieke onderwijzers op te leiden. 
 
In de missies nochtans schijnen de katholieke scholen een waarborg te zijn voor de duurzaamheid van de Kerk en van het geloof. Dat kwam sterk naar voren in het referaat van Mgr. Uli Nwaezcupu van Warri (Nigeria). In zijn land bezoeken alle katholieke kinderen katholieke scholen. Maar ook veel niet katholieken geven hun vertrouwen aan onderwijsinrichtingen van de Kerk. Hoewel er niet aan proselitisme wordt gedaan, want godsdienst wordt niet onderwezen aan diegenen die het niet verlangen, vinden toch veel leerlingen het geloof in de gymnasia die ingericht werden door de Kerk. Vijf van de zes autochtone bisschoppen van Nigeria waren in dit geval. In dezelfde zin sprak een bisschop uit een ander continent, Mgr. S. Nyugen van Hien, aartsbisschop van Dalt in Vietnam. 
 
Ook over deze kwestie heeft Mgr. Léger van Montreal niet kunnen zwijgen. Hij had het over het universitair onderwijs. Zoals de staat het wetenschappelijk onderzoek coördineert, zo moeten wij zorgen voor een samenwerking tussen de katholieke universiteiten. Dat is de taak van het centrale bestuur van de Kerk te Rome. Hij brak ook nog eens een lans voor de vrijheid van het wetenschappelijk onderzoek. Natuurlijk zijn de conclusies van de vorsers onderworpen aan het kerkelijk leergezag. Maar die tussenkomst moet voorzichtig zijn en niet voortijdig. En hij besloot met te beweren dat dit concilie niet geslaagd zou zijn zonder de vrijheid die men had gelaten aan exegeten en liturgisten. 
 
De Sacramenten 
 
Wegens allerlei inkortingen en wegens het overhevelen van belangrijke onderdelen naar andere schema's, was het oorspronkelijk project over de sacramenten herleid tot een document dat slechts aanbevelingen gaf omtrent het laatste van de sacramenten, het huwelijk. En het ging hier niet over de grote morele problemen die omtrent het huwelijk gesteld worden en waarover de grote concilietenoren hun mening hadden weergegeven in een gespannen debat (1). Slechts de kerkelijk-juridische kant van het huwelijk werd aangeraakt. Dit had echter een weerslag op de pastoraal en was dan toch weer niet van belang ontbloot. 
 
Omdat men haast had en men niet ten gronde op heel wat voorname aspecten kon ingaan, zou dit schema niet eens een decreet worden, slechts een votum. Dat wil zeggen dat het als een wens aan de heilige stoel werd voorgelegd, om het eventueel in een aantal motu proprio's te verwerken (2). 
 
Dit schema was het kortste van allemaal. Het bestond uit elf proposities. Het voornaamste punt was de kwestie van de gemengde huwelijken. Bijna alle interventies gingen daarover. Tot aan het concilie moest de niet-katholieke echtgenoot (echtgenote) ondertekenen dat hij of zij zou instemmen met een katholieke opvoeding van de kinderen. Voor protestanten was deze voorwaarde een steen des aanstoots. De Kerk vroeg hier iets aan een protestantse gelovige dat tegen zijn geweten inging. Kardinaal Alfrink heeft deze houding van de Kerk eens uitgelegd als voortvloeiend uit de idee die de Kerk van zich zelve heeft, de ware Kerk van Christus te zijn. In het schema werd voorgesteld dat die waarborg alleen zou moeten gegeven worden door de katholieke partij. 
 
Het schema stelde voor dat voortaan een heilige mis mocht gecelebreerd worden bij gemengde huwelijken, wat tot hiertoe niet toegelaten was. Vooral kardinaal Heenan van Westminster drukte hierover zijn tevredenheid uit omdat gemengde huwelijken voortaan niet meer op begrafenissen zouden gelijken. Het concilie dacht echter niet aan het bezwaar dat vanwege overtuigde protestanten hiertegen kon worden ingebracht. Men zag ook over het hoofd dat in de Kerk het Heilig Misoffer altijd als teken van volmaakte eenheid wordt aangezien. Het is alsof hier aan de heilige Eucharistie gedacht werd als aan een louter uiterlijke ceremonie: tapijten, bloemen en orgelspel. Indien het concilie meer tijd had gehad dan zou men ongetwijfeld dit negatieve aspect niet hebben over het hoofd gezien; zo zou men het verwijt van oppervlakkig oecumenisme hebben ontgaan. 
 
Tussen al die interventies werd wellicht met de meeste aandacht geluisterd naar die van de Ierse bisschop van Armagh, Mgr. Conway, omdat zij een persoonlijk getuigenis was. Hij begon met de vergadering te vertellen dat hij zelf geboren is uit een gemengd huwelijk en dat er zo velen zijn in Ierland. De ervaring wijst op grote nadelen. Daarom doet men beter ze te verbieden dan te begunstigen. De afgescheiden broeders ontraden ze trouwens om dezelfde reden als wij. Het onderwerp zou ernstig moeten bestudeerd worden zonder naïef optimisme. Hij was ertegen dat de concilievaders in de goedkeuring van dit votum als het ware in blanco een wet moesten goedkeuren. De vraag werd dan gesteld: «Bevalt het aan de vaders, ja of neen, dat het votum over het huwelijk, waarover nu gediscussieerd is, aan de Heilige Vader wordt overhandigd samen met de in de conciliezaal aangebrachte verbeteringen, opdat hij er een oordeel over zou vellen “. » 
 
Er waren 1592 stemmen voor en 427 tegen. De verbeteringen konden tot 31 december 1964 bij de bevoegde commissie worden ingediend. 
 
Meteen was het 20 november 1964. 's Anderendaags zou de derde sessie worden afgesloten met een geconcelebreerde heilige mis die werd opgedragen voor de intenties van de bisschoppen die aan het concilie niet hadden kunnen deelnemen opdat God hen zou bijstaan, verhinderd als zij zijn in hun religieuze vrijheid, en opdat ook dankzij hun lijden de vrede in de wereld moge bespoedigd worden. 
 
Gedurende de laatste dagen van de derde sessie was, buiten de bespreking van de vier korte schema's, nog heel wat gebeurd dat grote misnoegdheid had verwekt bij de progressieve vleugel van het concilie. De Nederlanders spraken over de «zwarte week», naam die onmiddellijk algemeen werd. Daarover in onze volgende bijdrage. 
 
B. Boeyckens S.J. 
 
(1) Cf. Onze korte Conciliegeschiedenis (35), Positief, nr. 107, december 1980, p. 304-311. 
 
(2) Motu proprio - letterlijk: door eigen beweging. Een herderlijke aansporing die op eigen initiatief van de paus genomen wordt. 

Comments are closed.
    Overzicht Artikels
Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Wie we zijn
  • De heilige Thomas More
  • Kalender
  • Tijdschrift: POSITIEF
  • Archief
    • Overzicht